Code |
Displaytekst |
Verklaring |
---|---|---|
0 |
Stand-by |
Het toestel is in stand-bymodus. |
1 |
Warmtevraag |
Er is een warmtevraag actief. |
2 |
Start generator |
Het toestel start. |
3 |
Generator CV |
Het toestel is actief voor centrale verwarming. |
4 |
Generator SWW |
Het toestel is actief voor sanitair warm water. |
5 |
Stop generator |
Het toestel is gestopt. |
6 |
Nadraaitijd pomp |
De pomp is actief nadat het toestel is gestopt. |
7 |
Koelen actief |
Het toestel is actief voor koeling. |
8 |
Gecontroleerde stop |
Het toestel start niet, omdat de startvoorwaarden niet zijn vervuld. |
9 |
Blokkering |
Een blokkeringsmodus is actief. |
10 |
Vergrendeling |
Een ontgrendelingsmodus is actief. |
11 |
Belastingstest min. |
Laaglast-testmodus voor centrale verwarming is actief. |
12 |
Belastingst. CH max |
Vollast-testmodus voor centrale verwarming is actief. |
13 |
Belastingst. SWW max |
Vollast-testmodus voor sanitair warm water is actief. |
15 |
Handm. warmtevraag |
Handmatige warmtevraag is actief voor centrale verwarming. |
16 |
Vorstbeveiliging |
Vorstbeveiligingsmodus is actief. |
17 |
Ontluchting |
Het ontluchtingsprogramma is in werking. |
18 |
Regeleenheid koelen |
De ventilator loopt om het inwendige van het toestel te koelen. |
19 |
Reset w uitgevoerd |
Het toestel wordt gereset. |
20 |
Autovullen w uitgev. |
Het toestel vult de installatie. |
21 |
Gepauzeerd |
Het toestel is gestopt. Het moet met de hand worden gestopt. |
22 |
Geforc. kalibratie |
De geforceerde kalibratiefunctie is actief. |
23 |
Fabriekstest |
De fabriekstestmodus is actief. |
200 |
Apparaatmodus |
De servicetool-interface regelt de functies van het apparaat. |
254 |
Onbekend |
De huidige staat van het toestel is niet gedefinieerd. |
Code |
Displaytekst |
Verklaring |
---|---|---|
0 |
Stand-by |
Het toestel wacht op een proces of actie. |
1 |
AntiCyclus |
Het toestel wacht om opnieuw te starten, omdat er te veel opeenvolgende warmtevragen waren (antipendelcyclus). |
2 |
SluitHydraulKlep |
Een externe hydraulische klep wordt geopend als deze optie is verbonden met het toestel. Een externe optionele print moet worden aangesloten om de klep aan te drijven. |
3 |
SluitPomp |
Het toestel start de pomp. |
4 |
WachtOpStartCond. |
Het toestel wacht op de temperatuur om te voldoen aan de startvoorwaarden. |
10 |
SluitExtGasKlep |
Een externe gasklep wordt geopend als deze optie is verbonden met het toestel. Een externe optionele print moet worden aangesloten om de klep aan te drijven. |
11 |
StartRookGasKlep |
De ventilator draait sneller voordat de rookgasklep wordt geopend. |
12 |
SluitRookGasKlep |
De rookgasklep opent. |
13 |
VentiVoorOntluchten |
De ventilator loopt sneller om te voorventileren. |
14 |
WachtOpVrijgaveSign |
Het toestel wacht op de vrijgave-input om te sluiten. |
15 |
BranderOpComm.NaarSu |
Een branderstartcommando wordt gestuurd aan de veiligheidskern. |
16 |
VpsTest |
Klepcontroletest is actief. |
17 |
Voorontsteking |
Ontsteking start voordat de gasklep opent. |
18 |
Ontsteking |
Ontsteking is actief. |
19 |
VlamControle |
De vlamdetectie is actief na de ontsteking. |
20 |
TussentijdsOntlucht |
De ventilator draait om de warmtewisselaar te ventileren na een mislukte ontsteking. |
30 |
Normaal Int.instelpt |
Het toestel werkt om de gewenste temperatuur te bereiken. |
31 |
Beperkt Int.instelpt |
Het toestel werkt om de gewenste interne gereduceerde temperatuur te bereiken. |
32 |
NormaleVerm.Controle |
Het toestel werkt op het gewenste vermogensniveau. |
33 |
GradLevel1PowerCtrl |
De modulatie is gestopt als gevolg van een snellere wijziging van de warmtewisselaartemperatuur dan gradiënt 1. |
34 |
GradLevel2PowerCtrl |
De modulatie is ingesteld op lage last als gevolg van een snellere wijziging van de warmtewisselaartemperatuur dan gradiënt 2. |
35 |
GradLevel3PowerCtrl |
Het apparaat is in de geblokkeerde modus als gevolg van een snellere wijziging van de warmtewisselaartemperatuur dan gradiënt 3. |
36 |
BeschVlamVerm.regel. |
Het brandervermogen is verhoogd als gevolg van een laag ionisatiesignaal. |
37 |
StabilisatieTijd |
Het apparaat is in stabilisatietijd. Temperaturen moeten stabiliseren en temperatuurbeveiligingen worden uitgeschakeld. |
38 |
KoudeStart |
Het apparaat loopt op startlast om lawaai bij de koude start te voorkomen. |
39 |
ChHervatten |
Het apparaat hervat de centrale verwarming na een onderbreking van het sanitair warm water. |
40 |
SuVerwijderBrander |
De brandervraag wordt verwijderd van de veiligheidskern. |
41 |
Vent.NaarNaOntlucht. |
De ventilator draait om de warmtewisselaar te ventileren nadat het apparaat is gestopt. |
42 |
OpenExtRookGasKlep |
De externe gasklep sluit. |
43 |
StopVent.NaarRGKTpm |
De ventilator draait langzamer voordat de rookgasklep wordt gesloten. |
44 |
StopVentilator |
De ventilator is gestopt. |
45 |
Bep.VermOpTRookGas |
Het vermogen van het apparaat wordt verminderd om de rookgastemperatuur te verlagen. |
46 |
AutoVulInstallatie. |
De automatische vulinrichting vult de installatie. De installatie was leeg. |
47 |
AutoVullenBijvullen |
De automatische vulinrichting vult de installatie bij. De waterdruk in de installatie was laag. |
48 |
Verlaagd instelpunt |
De gewenste aanvoertemperatuur wordt verlaagd om de warmtewisselaar te beschermen. |
49 |
Offset aanpassing |
Offsetcorrectie van de gasklepmodulator wordt uitgevoerd. |
60 |
PompNadraaitijd |
De pomp is actief nadat het apparaat is gestopt om de overgebleven warmte in het systeem in te brengen. |
61 |
OpenPomp |
De pomp is gestopt. |
62 |
OpenHydraulischeKlep |
De externe hydraulische klep sluit. |
95 |
WachtOpWaterdruk |
De ketel is in wachtstand tot de waterdruk voldoende is. Het ontluchtingsprogramma start niet. |
96 |
GeenProducentBeschik |
Verwarmingsvermogen is niet in het systeem beschikbaar. |
105 |
Kalibratie |
Het elektronische verbrandingsproces kalibreert de verbranding. |
200 |
Initialiseren gereed |
Initialisatie is beëindigd. |
201 |
CSU initialiseren |
De CSU wordt geïnitialiseerd. |
202 |
Init. identificaties |
De identificators initialiseren. |
203 |
Init. BL-parameter |
De blokkeringsparameters initialiseren. |
204 |
Init. veiligh.eenh. |
De veiligheidsgroep wordt geïnitialiseerd. |
205 |
Init. blokkeren |
De blokkering wordt geïnitialiseerd. |
254 |
StatusOnbekend |
De substatus is niet gedefinieerd. |
255 |
SuOutOfResetsWait1Hr |
De veiligheidsgroep blokkeert als gevolg van te veel resets. Wacht 60 minuten of schakel de stroom uit en weer in. |