Bij regeling op temperatuur regelt de 0-10 volt ingang de aanvoertemperatuur van het toestel. Het vermogen varieert tussen de minimale en maximale waarde op basis van de richtwaarde van de aanvoertemperatuur met een vaste vermogensrichtwaarde.
Bij regeling op vermogen regelt de 0-10 volt ingang het vermogen van het toestel. Het vermogen wordt omgezet naar een 0 - 100% richtwaarde relatief vermogen met een vaste richttemperatuur. Het minimale vermogen is gekoppeld aan de modulatiediepte van het toestel.
Bij gebruik van de 0-10 volt ingang en van een secundaire kring aan het toestel moet het apparaat dat deze 0-10 volt levert, altijd een temperatuur vragen die minstens gelijk is aan de behoeften van de secundaire kring.