Het toestel kan statusinformatie geven via een statuscontact. U kunt deze uitgang gebruiken om een signaallicht of relais aan te sturen, bijvoorbeeld wanneer het toestel vergrendeld of geblokkeerd is.
Er zijn twee types statuscontacten:
Type | Draadposities | Functionaliteit |
---|---|---|
A |
2 |
Bevat een 'normaal geopend' (NO) relaiscontact. Wanneer de ingestelde status waar is, sluit het contact. |
B |
3 |
Bevat een SPDT-relaiscontact (wisselschakelaar). Wanneer de ingestelde status waar is, sluit het normaal geopend (NO) contact en opent het normaal gesloten (NC) contact. |
De maximale stroom voor deze contacten is 5 A bij 30 VDC of 10 A bij 230 VAC