Instelling optimalisering sanitair warm water

Wanneer een SWW-boiler en een SWW-laadpomp geïnstalleerd zijn, kan de SWW-optimalisering worden geactiveerd om de SWW-boiler te vullen met de beschikbare warmte in het systeem. De SWW-optimalisering activeert de SWW-laadpomp, ook wanneer er geen vraag naar SWW is. De functie kan worden geactiveerd met de parameter CP430. De functie werkt als volgt:

Als er geen warmtevraag van de zone is en de boilertemperatuur is lager dan de richtwaarde – 1 °C, dan begint het optimaliseringsproces:
Tabel 1. Voorbeeld 1

gegevens

resultaat

Richttemperatuur SWW-boiler: 55 °C

De temperatuur van de warmtegenerator is 20 °C hoger dan de richttemperatuur SWW-boiler + 3 °C en de gemeten temperatuur in de SWW-boiler is 1 °C onder de richttemperatuur - 1 °C: de SWW-pomp wordt gestart.

Gemeten temperatuur in de SWW-boiler: 53°C

Temperatuur warmtegenerator: 78°C

Tabel 2. Voorbeeld 2

gegevens

resultaat

Richttemperatuur SWW-boiler: 55 °C

De temperatuur van de warmtegenerator is 20 °C hoger dan de richttemperatuur SWW-boiler + 3 °C, maar de gemeten temperatuur in de SWW-boiler is gelijk aan de richttemperatuur: de SWW-pomp wordt gestopt.

Gemeten temperatuur in de SWW-boiler: 55 °C

Temperatuur warmtegenerator: 78°C

Tabel 3. Instellingen optimalisering sanitair warm water

Code

Displaytekst

Advies

CP430

Groep, Optimal. SWW

Stel deze waarde in op activeren (1) om gebruik te maken van de instelling optimalisering sanitair warm water.

1 Het laatste cijfer van deze parametercode verschilt per zone.